Deze les leerde ik toen ik À la recherche du temps perdu van Marcel Proust (1871-1922) las. Een van de delen uit dit 3000 pagina’s tellende meesterwerk van Proust is Een liefde van Swan. In dit deel ontmoet Swan, de hoofdpersoon, dagelijks de jonge vrouw Odette in de salon van meneer en mevrouw Verdurin. Aan het einde van de avond begeleidt hij haar naar huis. Van seks is het nog nooit gekomen, want Swan voelt zich lichamelijk niet zo tot Odette aangetrokken.
Op een avond komt hij wat later bij de salon omdat hij niet zo’n zin heeft in die altijd weer op dezelfde manier verlopende afspraak met Odette. Als hij bij de Verdurins arriveert is Odette al weg. Hij schrikt zich rot. Nu hij niet vrijelijk over haar kan beschikken, schiet hij in de paniek. Hij merkt wat ze voor hem betekent, nu ze er niet is. Hij moet en zal haar die avond nog zien hoewel hij zich tegelijkertijd ten volle bewust is van het feit dat hij een uur geleden nog op zag tegen hun samenzijn. Bij het verlaten van het huis van de Verdurins overhandigt de portier hem een briefje waarin Odette hem laat weten dat hij haar kan vinden in een zeker café. Hij gaat als de wiedeweerga naar de desbetreffende horecagelegenheid, maar daar is ze niet. Nu breekt de paniek pas echt uit. Hij stuurt zijn koetsier er op uit om in alle cafés van Parijs te zoeken. Als zijn koetsier terugkomt laat hij weten dat hij haar nergens heeft kunnen vinden. Swan gaat zelf nog eens zoeken en loopt haar dan eindelijk tegen het lijf. Hij gaat bij haar in de koets en daar heeft hij voor het eerst seks met haar.
Vanaf dat moment is hij ongelooflijk verliefd op haar en tegelijkertijd stinkend jaloers. De dingen die hij eerst onaantrekkelijk aan haar vond, vindt hij nu opeens juist bijzonder aantrekkelijk, omdat ze typisch zijn voor wie zij is. Alles draait voor hem om haar. Als hij haar een avond niet kan zien, gaat hij uit eten in een restaurant dat haar naam draagt, zo doet hij toch nog iets wat met haar te maken heeft. Zijn wereld heeft een nieuw centrum: Odette. Eigenlijk voelt hij zich alleen nog gerust als hij seks met haar heeft, dan is ze even helemaal van hem. De rest van de tijd is hij bang dat ze met iemand anders is of aan iemand anders denkt. Gek genoeg wil zijn jaloerse ik tegelijkertijd niets liever dan haar betrappen. Ondertussen wordt hij door zijn jaloerse gedrag steeds minder aantrekkelijk in de ogen van Odette. Zij wordt onverschillig ten opzichte van hem, zoals hij aan het begin van hun verhouding onverschillig was ten opzichte van haar, doordat ze onbeperkt over hem kan beschikken.
In Prousts Op zoek naar de verloren tijd komen nog wel meer liefdesrelaties voor. Steeds weer zie je hetzelfde patroon.
De liefde volgt in de boeken van Proust altijd de volgende stappen:
•Een moment van weerstand wekt liefde op
•Onvolkomenheden worden aantrekkelijk
•De wereld van de verliefde staat op z’n kop en krijgt een nieuw centrum: de geliefde
•Jaloezie en liefde gaan hand in hand
•Seks is moment van bezit en dus van rust
•De jaloezie die met de liefde samengaat werkt afstotend
Hoewel het er bij Proust wel extreem aantoe gaat, zul je er misschien wel elementen uit herkennen. Je zou Prousts liefdestheorie op kunnen vatten als een degradatie van de liefde, ik zie haar vooral als een opwaardering van de jaloezie. Een beetje jaloezie is denk ik zo slecht nog niet. Dan blijf je je best doen voor elkaar. Als de jaloezie verdwijnt, ligt onverschilligheid op de loer.