Als je aan het heelal vraagt wat de zin van het leven, is een doodse stilte het antwoord. Volgens de Franse schrijver en filosoof Albert Camus (1913-1960) moeten we erkennen dat we de zin van het leven nooit zullen kennen. Als je erkent dat het leven geen zin heeft, maar toch probeert om de wereld beter te maken, dan ben je volgens Camus een Absurde Held.
Dat klinkt heel mooi. Maar toch denk ik dat de absurde held niet echt bestaat. Ik denk dat dat ideaal te hoog gegrepen is voor ons. Maar de vraag is of dat erg is.
Ik kan wel meegaan in zijn gedachte dat het belangrijk is om te erkennen dat we de zin van het leven nooit zullen leren kennen. Het kan namelijk gevaarlijk zijn om te beweren dat je de zin van het leven kent. Veel religieuze stromingen hebben dat gedaan. ‘Als je nu aan de regels houdt kom je in de hemel’. En uit naam van die religies zijn gruwelijke oorlogen gevoerd.
Toch denk ik dat ik depressief zou worden als ik niet af en toe kleine zinnetjes zou maken waar ik stiekem een klein beetje in geloof. Het goede nieuws is: wij mensen zijn heel goed in staat om het leven een beetje zin te geven en toch niet in die val van een religie te trappen. We kunnen namelijk ons leven betoveren.
Verhalen van films en boeken nemen ons mee in andere sferen die we vervolgens op onze eigen wereld plakken. Maar misschien zit het ook wel in de filters van Instagram die de gebeurtenissen uit ons leven letterlijk kleuren, waardoor we ons leven zelf ook kleuren en glans geven.
Het leven imiteert de kunst
Oscar Wilde schreef dat het leven de kunst imiteert. En dat gebeurt ook vaak. De impressionistische schilders met hun oog voor hoe het licht viel, hebben ons anders naar de werkelijkheid laten kijken. Opeens zagen we het licht van hun schilderijen ook in het echt. Dat is wat een kunstwerk doet, ons een andere blik op de wereld geven. Dingen die eerst normaal waren, worden opeens bijzonder.
Misschien heeft Camus gelijk en moeten we ons best doen om een absurde held te worden, maar ik denk dat die absurde held zwaar depressief wordt als hij of zij elke betovering van de wereld schuwt. Kunst is juist in staat om de wereld te betoveren zonder dat we het verhaalachtige ervan vergeten.
Als we naar een film gaan weten we allemaal dat het nep is – dat het acteurs zijn, dat het verhaal door iemand geschreven is, dat die muziek in het echt niet klinkt als je elkaar kust – en toch gaan we erin mee. Als we vervolgens uit de bioscoop stappen, kleurt die film nog een tijdje ons leven. Dat is de noodzakelijke betovering die we nodig hebben om het leven aan te kunnen en dus een held te zijn.